In mijn vorige verhaal over wassmelten had ik het al aangekondigd, het maken van kaarsen. Na het aanschaffen van wat spulletjes was het dan zover, de eerste bijenwas kaarsen kwamen er aan.
Allereerst moest de bijenwas die ik uit de wassmelter had gehaald gesmolten worden in een klein kannetje om daarna de was in de mal te gieten.
Het is van belang dat het lont zo goed als mogelijk in het midden van de kaars zit, dan brandt de kaars langer en mooier. Om het lont in het midden te krijgen heb ik een ‘derde handje’ gekocht. Dit wordt veel gebruikt bij het solderen en helpt mij om het lont in het midden te centreren.
Na een beetje oefenen kreeg ik het voor elkaar om twee mallen tegelijk te vullen met bijenwas. Na het vullen van de mal is het namelijk best lang wachten tot de bijenwas hard geworden is.
Uiteindelijk ben ik heel blij met het resultaat, een mooi kaarsje van 5,5 cm hoog en minimale brandtijd van 4 uur. Als vond ik het bij het eerste kaarsje wel zonde van al mijn werk, maar ja, het blijft een bijenwas kaarsje om te branden. Vanaf vandaag zijn de kaarsjes ook in de webshop te koop.
