Het heeft lang geduurd, heel lang geduurd zelfs, om de nieuwe bijenkast af te krijgen. De reden waarom dit zo lang duurde heeft te maken met het ontwerp en vooral wat ik met de nieuwe bijenkast wil bereiken. Deze bijenkast moet optimaal werken voor biologische teelt van bijenvolken. Het ontwerp is in ieder geval gelukt en vanaf dit voorjaar ga ik aan de slag met ‘roofmijten’ ter bestrijding van de ‘Varroa mijt’, de boosdoener van veel bijenvolken.
Maar nu eerst over de kast zelf. De nieuwe bijenkast is modulair, dat wil zeggen, je kunt de binnenkant vergroten of verkleinen afhankelijk van de grootte van het bijenvolk.
Door het plaatsen van een ‘rails’ in de kast kan ik van 6 ramen het volk laten groeien naar 24 ramen. Bijkomend voordeel is dat ik zelf kan bepalen hoeveel ramen ik wil toevoegen en dus niet persé 10 ramen tegelijk zoals bij de spaarkast.
Aan de zijkant heb ik twee 6-raams ‘kasten’ gemaakt voor kleine volken of voor het maken van een nieuw volk. Er kunnen dus drie volken tegelijk in de nieuwe kast zitten, ofwel drie koninginnen met hun eigen volk. Maar….het kan ook anders.
Ik kan ook in beide 6-raams ‘kasten’ een koningin onderbrengen en door middel van een ‘vlieggatverkleiner’ de volken samen in de grote ruimte honing laten opslaan. De kleine driehoekige bakjes in de ‘hoeken’ zijn voor de roofmijten. In deze driehoekige bakjes ga ik compost doen om een optimale leefomgeving voor de roofmijten te creëren. De gehele bijenkast is geïsoleerd, hoewel je dat niet meer kan zien na de afwerking. Ook tussen de ‘roofmijtbakjes’ en de ruimtes voor de bijenvolken zit isolatie. De rootmijten kunnen namelijk de warmte van het bijenvolk niet goed verdragen, ze moeten zich dus terug kunnen trekken in een koeler deel van de kast. Zodra het weer wat beter wordt ga ik één volk overzetten in de nieuwe bijenkast en dan maar kijken of de bijen het net zo leuk vinden als ik.