De zomer loopt alweer op z’n einde en dat betekent dat de bijenkasten klaar gemaakt moeten worden voor de winterperiode. De laatste zomerhoning wordt geoogst en daarna volgt de behandeling van de bijenvolken.
Allereerst haal ik alle honingkamers van de bijenkasten af. In de winter halen de bijen geen honing, dus is de honingkamer niet nodig. Als de honingkamers er vanaf zijn, bepaal ik of de bijenvolken één of twee broedkamers nodig hebben. Grote volken krijgen twee broedkamers, kleine volken krijgen er maar één.
Het is van groot belang dat de bijen dicht op elkaar kunnen zitten gedurende de winterperiode. De kast moet dus qua grootte passen bij de omvang van het volk om de grootste kans van overleven te hebben.
Na het verwijderen van kamers begint de bestrijding van de varroamijt. Deze mijt zorgt voor de grootste verliezen aan bijenvolken op dit moment. De bestrijding doe ik nog steeds op een ‘conventionele’ manier, dus met middelen die een sterke chemische component hebben. Ik heb al heel veel gezocht naar de mogelijkheid roofmijten in te zetten, maar het is mij nog niet gelukt goed te begrijpen hoe dit zou kunnen werken. De informatie om roofmijten in te zetten in een bijenkast is nogal beperkt. Maar …. volgend jaar wil ik een proef opzetten en dan laat ik jullie het resultaat weten.
Maar goed, de honing is geoogst, de kamers zijn verwijderd en de varroamijt is bestreden, dan rest nog het wintervoer. Bijen halen honing om in de winter te kunnen overleven. Als ik de honing er uit haal, dan moet ik de bijen ook weer voer teruggeven, anders gaan ze dood. Het voer dat de bijen krijgen is ‘suikerwater’ en dan een geconcentreerde variant. Het suikerwater wordt door de bijen in de raten gestopt en zo kunnen ze in de winter voldoende eten om te overleven. Ook hier wil ik volgend jaar een test gaan uitvoeren, door het uitpersen van druiven die bij ons in de tuin groeien en dat te voeren aan de bijen, dan heb ik controle over de biologische voeding die ik aan de bijen geef.