Het is koud buiten op dit moment, althans dat vind ik. De bijen vinden dat ook en om te overwinteren moeten ze zorgen dat het volk, en de koningin warm blijven. Het bijenvolk is in de winter een stuk kleiner dan in de zomer, de darren (mannetjesbijen) zijn allemaal gedood en de kast uitgewerkt, die zijn namelijk in de winter niet nodig. De werksterbijen zitten in de kast met de koningin.
De werksters kruipen dicht tegen elkaar aan in een soort van druiventros als je door de kast heen zou kunnen kijken. Daarom wordt door imkers gezegd dat de bijen op de wintertros zitten. Op deze manier wordt het volk warm gehouden. De bijen wisselen steeds van plaats, de warme bijen die in het midden van de tros zitten gaan naar de buitenkant en andersom. Hierdoor kan het volk overleven.
Dat de temperatuur oploopt in de bijentros is goed te zien aan de condensvorming op het plastic. Het water in de bijenkast verdampt en daardoor ontstaat condens ten opzichte van de koude bovenkant. Zoals je kunt zien zit de bijentros niet in het midden van de bijenkast, maar aan één kant. De bijenkast staat met de opening naar het oosten, zodra de zon opkomt wordt de bijenkast een beetje verwarmd. Daarom gaan de bijen aan die kant in de kast zitten ‘op de wintertros’.